Minder essenties, meer dialoog
Prof. Dr. Etienne Vermeersch verzuchtte gisteren in de krant 'De Morgen' dat hij graag eens zou vernemen
waar hij de essentie van de islam kan vinden. Vermeersch’ verzuchting had
concreet betrekking op de ongelijkheid die de islam naar zijn mening zou
prediken.
In deze reactie
trekken wij dit standpunt in twijfel. Niet om het in te wisselen voor een
andere visie op de Islam, noch om het bronnenmateriaal dat aan wordt gedragen
zonder meer weg te wuiven. Wel omdat we enkele cruciale kanttekeningen willen
plaatsen bij de manier waarop Vermeersch de islam als religie benadert.
1.
Het statuut van teksten
Prof. Vermeersch
haalt aan de Koran meermaals gelezen te hebben, alsook de Engelse vertaling van
de shafi’itische fiqh-handleiding ‘ʿUmdat al-sālik’ van de 14de-eeuwse auteur
Shihāb al-Din Aḥmad ibn Naqib al-Miṣrī. De waarheid, waar in het laatste
opiniestuk een tussentijds schietgebedje naar uitgaat, is volgens de professor
te vinden in deze teksten.
Laten we eerst
even stilstaan bij de achterliggende idee dat men via tekststudie tot de kern
van een religie kan doordringen. Kunnen we religie terugbrengen tot een tekst?
Indien we net als Vermeersch te rade gaan bij het evangelie van Johannes, lijkt
het er wel op: “In den beginne was het
Woord, en het Woord was bij God, en het Woord was God” (Joh. 1:1). Maar zelfs
als men aanneemt dat het Woord de kern van een religie uitmaakt, blijft de
vraag hoe men dit als religieus persoon in de praktijk brengt. Vermeersch mag
dan wel een ontwijkingsstrategie zien in Othman El Hammouchi’s verwijzing naar
de ontelbare commentaarteksten die de islamitische traditie heeft
voortgebracht, het bestaan van deze commentaren op zich wijst er op zijn minst
op dat het in de praktijk brengen van het religieuze woord niet vanzelfsprekend
is. Wanneer we kijken naar de concrete praktijk van islamitische gebruiken,
worden we geconfronteerd met een nog grotere variëteit. Het woord galmt door de
luidsprekers van minaretten, door de radio’s van taxi’s, het wordt gezongen en
gereciteerd, uit het hoofd geleerd en weer neergeschreven. Het wordt
uitgehouwen in steen en op amuletten geschilderd. Maar het wordt eveneens
bediscussieerd, vergeten of genegeerd. Het woord is niet de motor achter alle
handelingen in de islamitische wereld, zelfs niet de handelingen die expliciet
als deel van een islamitische traditie beschouwd worden.
Als atheïst zal
Vermeersch het ermee eens zijn dat religie een menselijk product is. Dit maakt
het echter moeilijker om de essentie van een religie volledig op tekstueel
gebied te plaatsen. Waar een gelovige zich nog door duizenden commentaarteksten
kan werken met de overtuiging uiteindelijk te komen tot dé betekenis van het
Woord zoals dit door God bedoeld was, is het voor een atheïst veel moeilijker
om coherent te geloven in het bestaan van een einddoel in deze interpretatieve
onderneming. De gelovige kan zich beroepen op het bestaan van een goddelijke
Auteur die een bepaalde betekenis en intentie in de tekst heeft gelegd en die
(in principe) kan optreden als ultieme scheidsrechter bij conflicterende
interpretaties. De gelovige kan eveneens argumenteren dat diezelfde God in die
tekst de essentie van de ene, ware religie heeft vastgelegd en dat een goede
lectuur van de heilige tekst dan ook de uitverkoren route is naar de essentie
van de religie. De vraag is echter hoe de atheïst enerzijds dé betekenis van
een heilige tekst moet vastpinnen en anderzijds hoe zij kan argumenteren dat
deze de essentie van de religie in kwestie
uitmaakt. Bovendien, waarom zou de atheïst überhaupt moeten of willen
zoeken naar de essentie van een religie? Is het niet beter om het atheïstische
denken consequent door te trekken en te aanvaarden dat het niet-bestaan van God
ook impliceert dat er niet zoiets bestaat als een godgegeven essentie?
2 2. Levende
tradities
Een religie is
veel meer dan het geheel aan conflicterende meningen over de religie in
kwestie. Met zijn tekst-gecentreerde benadering gaat Vermeersch uit van een
zeer enge invulling van wat een religie is. Zoals we hierboven aanhaalden, zijn
teksten maar een klein deelaspect van een religieuze praktijk. Ze spelen een
wisselende rol in de belevingen van verschillende mensen en hun invulling van
wat het betekent om religieus te zijn. Een religie bestaat ook uit rituelen,
kledij, beelden, gemeenschappen, cultuur, gebruiken, esthetische
uitdrukkingsvormen, enz. Dit geheel aan praktijken hangt op een complexe manier
samen die niet verklaard kan worden door middel van een eenrichtingsdenken dat
vertrekt vanuit het tekstuele.
Hetzelfde geldt
niet alleen voor de islamitische religieuze traditie, maar kenmerkt volgens ons
elke levende traditie. Ook de Verlichtingstraditie waar Vermeersch zichzelf in
plaatst kent haar stichtende teksten. En ook hier zijn de interpretaties van
deze teksten legio, de praktijken die zich er op baseren schier oneindig. In verband met het onderwerp dat de
aanleiding gaf tot de hele polemiek, namelijk de (on)gelijkheid tussen man en
vrouw, is het interessant om op te merken dat Vermeersch’ held Spinoza op het
einde van zijn ‘Politiek Traktaat’ zeer duidelijk stelt dat de vrouw onder de
hoede van haar man staat en in essentie niet in staat is om leiding te geven of
deel te nemen aan het politieke leven.
Wil dit zeggen dat iedereen die zich heden ten dage in de traditie van de
Verlichting plaatst misogyn is? Uiteraard niet. Deze personen zullen deze
passages handig negeren, of, wanneer ze erop gewezen worden, zeggen dat zulke
uitingen in hun historische context gezien moeten worden. Allicht zullen ze
argumenteren dat deze passages niets afdoen aan de essentie van de boodschap van de Verlichting, die dan uit de rest
van de Verlichtingscanon duidelijk zou moeten worden. De analogie met de door
Vermeersch aangevallen Islam is duidelijk. De Verlichting deelt overigens met de islam haar critici die menen dat de
Verlichting in essentie
vrouwonvriendelijk, racistisch en imperialistisch is. Vermeersch zou allicht
(terecht) heftig kritiek geven op een dergelijke lezing van de Verlichting en
de traditie waarin hij zichzelf plaatst
verdedigen. De vraag is echter waarom hij leden van de islamitische traditie
hetzelfde recht ontzegt. Net zoals de Verlichting is de islam een traditie
waarin een bepaald corpus van teksten een belangrijke rol spelen, maar die
niet volledig gedetermineerd is door deze teksten. In beide gevallen staat de essentie van de traditie niet vast, maar
is ze iets wat constant op het spel staat en onderwerp is van discussie. Het is
dan ook ironisch dat de Verlichtingsdenker Vermeersch met zijn interpellaties
elke vorm van vernieuwend denken binnen de islamitische traditie onmogelijk
lijkt te willen maken.
3. Oproep tot
dialoog
We willen dan ook oproepen om een eenzijdige zoektocht naar
vaststaande essenties in de dode letters van boeken te staken, maar uit de
studeerkamer te treden en in dialoog te gaan met de mensen zelf die de levende
tradities uitmaken. Waar het onze samenleving aan ontbreekt is immers niet een
geheel aan mensen die het laatste woord over de islam menen te hebben, maar aan
mensen die daarover op een intellectueel eerlijke en waardige manier met
moslims in dialoog trachten te treden.
het probleem is dat Vermeersch een fenomeen als religie rationeel wil benaderen terwijl religie an sich irrationeel is. In religieuze teksten en/of overtuigingen moet je geen logica gaan zoeken, want daar draait het niet om. Religie draait om geloof, wat wil zeggen aanname van een feit zonder over bewijzen te beschikken, in die context zijn uiteraard alle verschillende interpretaties mogelijk.
BeantwoordenVerwijderenBeste Herwig, bedankt voor je reactie! Zelf zouden we niet beweren dat religie 'an sich' irrationeel is. Er zijn bijvoorbeeld heel wat gelovigen die hun religie op rationele manier benaderen en/of beleven. Uiteraard zal niet elke gelovige dit doen. Het punt dat we echter wouden maken was dat dit niet enkel geldt voor religie. Binnen elke traditie zijn er verschillende manieren om deze te beleven en/of uit te dragen. Er is net volgens ons niet zoiets is als een traditie 'an sich' (religie of geen religie). Een traditie wordt steeds gedragen wordt door de mensen die haar op verschillende manieren beleven, verdedigen en uitdragen. Er is volgens ons geen 'essentie' van een traditie die buiten of boven die variatie van belevingen en uitdrukkingsvormen staat. Het is daarom dat we oproepen om met mensen in dialoog te treden eerder dan naar essenties te zoeken.
VerwijderenHallo. Ik vond deze tekst, voorzien van een respectvolle bemerking, en dat hij van "studenten filosofie" uitgaat, op de Facebookpagina van een professionele filosoof, die ook de partner is van een baanbrekende journaliste. De verwachtingen waren dus hooggespannen. Maar ik ben tevreden. (Ik, dat is een freelance journalist van 56, die een grote staat van dienst heeft in maatschappijkritiek, onder anderen in duizenden gesprekken en debatten met mensen, over diverse onderwerpen, ook over lastige zoals religie, Islam en de gemene vooroordelen naar "de vremdelinge", over de jacht enzovoort; en verder schreef ik zowat 600 lezersbrieven, elf opiniestukken in De Standaard, evenzovele Vrije Tribunes voor Knack.be, een tiental artikels in TERTIO, en werkte ik mee aan het religieuze blad van La Verna, etc.). Ik ben bekend als criticus van Etienne nadat ik hem met veel brio scherpe kritieken gaf tijdens het interview met Dirk Verhofstadt en Johan Braeckman, op de Blandijnberg, een jaar of vijf geleden. De video van mijn interventie heeft Etienne zelf, blijkbaar met trots, op zijn site gezet. De laatste vijf maanden zijn hij en ik in een zeer respectvolle en boeiende, persoonlijke én intellectuele dialoog getreden via e-mail.). Ik ben het volkomen met "Fien" eens. Meer nog, deze klap in het gezicht, verdient de oude professor volledig. Meer nog, nog geen drie maanden geleden heb ik hem een brief gestuurd die in wezen volkomen dezelfde teneur huldigde. Meer nog, de grote denker, schrijver en bijbelkenner Roger Burggraeve, die ik tot mijn vrienden mag rekenen, zegde mij vorig jaar nog: "Hoe Vermeersch op die manier omgaat met teksten, dat begrijp ik niet!?" Zelf geef ik vaak twee voorbeelden: het gesprek dat Etienne op een dag op TV met een moslima met hoofddoek voerde. Hij sloot zelf af met te zeggen, "Wij hebben elkaar nog veel te zeggen". Waarom is hij op dat pad van de dialoog met levende mensen niet verder gegaan? Twee: zijn reis naar India, om religiositeit te leren kennen. Ook dan was hij verrukt: "Ik heb nooit zo veel op zulke korte tijd geleerd". Ik beschouw studenten als kinderen. Maar ik hou ervan. De Waarheid komt vaak uit kindermond. Veel groeten uit Leuven.
BeantwoordenVerwijderen